Artikel door Jo Bos, zelfstandig adviseur en trainer(Jo Bos & Co) en al meer dan 25 jaar actief op het gebied van de professionalisering van project- en programma-management in organisaties
De wereld verandert in een razend snel tempo. En daarmee verandert in datzelfde tempo samenwerken in en tussen organisaties. Nieuwe vraagstukken komen snel op en verdwijnen weer van de agenda. Organisaties komen voor steeds complexere vraagstukken te staan; vraagstukken die vragen om een aanpak waarbij verschillende belangen spelen en met elkaar verbonden worden.
Een succesvolle organisatie onderscheidt zich dan ook door de capaciteit om snel met die ontwikkelingen mee te bewegen, vanuit een sterke eigen identiteit. Omdat organisaties in steeds wisselende coalities en samenwerkingsverbanden moeten opereren moeten ze snel flexibele werkstructuren kunnen optuigen. In de komende tijd wordt dat dan ook meer en meer een belangrijke onderscheidende kwaliteit van succesvolle en minder succesvolle bedrijven en organisaties.
Voor overheden geldt dat ze steeds meer een regierol moeten oppakken om samen met maatschappelijke organisaties allerlei beleidsdoelen te bereiken. Dat is nodig omdat ze minder middelen ter beschikking hebben, maar ook omdat de burger mondiger is geworden en betrokken wil worden bij het oplossen van problemen in de wijk, de stad of het land.
Daarmee is het steeds vaker nodig dat er tussen afdelingen in een organisatie, tussen bedrijven, tussen een gemeente en maatschappelijke organisaties samengewerkt wordt om te komen tot oplossingen voor vraagstukken of kansen te grijpen die belangrijk zijn.
Deze ontwikkelingen vragen van organisaties een grote flexibiliteit en wendbaarheid. Een flexibiliteit om in tijdelijke werkstructuren nieuwe vragen op te pakken. En dat zo doen dat er niet veel energie verloren gaat aan het bespreken van het ‘hoe’ en aan gedoe over de aanpak.
Deze ontwikkelingen vragen om een taal en concepten om gezamenlijk problemen op te pakken of uitdagingen aan te gaan. Taal die richting geeft aan het werken in flexibele werkstructuren zoals een project of een programma. Structuren waar de basis van de samenwerking ligt in de wil om samen te werken en niet in formele afspraken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Om samen vanuit een visie concrete doelen te realiseren. Niet vanuit macht of het idee van het verdelen van de koek, maar vanuit de overtuiging dat in gezamenlijkheid de kracht zit. Dat op deze manier de kwaliteiten van mensen optimaal gebruikt worden en er daardoor mooie dingen bereikt worden. Een manier van werken waarin visie, verantwoordelijkheid en het vakmanschap van mensen optimaal tot hun recht komen in flexibele werkstructuren. Waarin mensen zich verbinden aan een gezamenlijk verhaal; een gezamenlijke visie, ambitie of droom.
Dat is de taal van programmamanagement op basis van commitment, visie en verbinding, niet op basis van structuur en beheersing.